De Nederlandse energiemarkt werkt vrij eenvoudig. Stroom wordt opgewekt door energieproducenten in de energiecentrales. De opgewekte stroom wordt vervolgens door netbeheerders getransporteerd naar alle aansluitingen. Op iedere aansluiting wordt het verbruik gemeten door een elektriciteitsmeter die door de netbeheerder is geplaatst.
De energieleveranciers zijn niet betrokken bij het transport van de stroom naar de aansluitingen, maar wel bij de in- en verkoop van energie. De energieleveranciers kopen bij de producenten de energie in en sturen per aansluiting een rekening naar de klant voor de verbruikte energie.
In de splitsingswet, officieel Wet Onafhankelijk Netbeheer genoemd, is onder andere vastgelegd dat netbeheerders geen energieleveranciers mogen zijn en andersom. De netbeheerders blijven nutsbedrijven en de energieleveranciers zijn handelaren op de vrije energiemarkt.
De splitsingswet is opgericht op 21 november 2006 en is een aanvullend op de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.